Stewart Boswell

Na zijn verlies in de kwartfinale van de Koeweit PSA Cup beëindigde Stewart Boswell (33) zijn carrière als professioneel squasher. Stewart was een aardige, rustige en bescheiden jongen die niet graag in de spotlight stond. De voormalig nummer vier van de wereld drukte na zijn wedstrijd een handgeschreven brief in handen van dé squashverslaggeefster. Perfect horizontaal, in een kinderlijk maar foutloos handschrift, beschreef hij in een aantal alinea’s waarom hij stopte met de sport die zijn leven had beheerst. Hij bedankte vooral zijn ouders en zus voor de opofferingen die zij hadden gemaakt om hem te kunnen laten squashen. Met tranen in zijn ogen liet hij zijn brief aan de squashwereld achter en vertrok snel met de shuttle naar het hotel. In het holst van de nacht vloog hij naar huis. Hij verliet Koeweit, ging op weg naar huis en een ander leven. Geen interview, geen walk-off, geen poes-pas, niks.

 

 

Op mijn hotelkamer had ik een brok in m’n keel toen ik zijn brief las. Een korte gedachte aan het onvermijdelijke eind van je eigen loopbaan kan je dan niet onderdrukken. Daarbij kwam dat zijn retirement een totale verassing was. Ik had de week ervoor in Hong Kong een kamer met hem gedeeld. Geen enkel voorteken of geen enkele hint dat hij dit van plan was! Hij was de laatste tijd goed aan het spelen: hij haalde de halve finale in Qatar, de kwartfinale in Hong Kong en hier in Koeweit ook weer een kwartfinale. De top-10 van de wereld, waar hij zo hard voor vocht, zou weer binnen handbereik komen!

 

De brief raakte me vooral omdat Stewart het liefst niemand onder ogen wou zien na het zeggen van zijn vaarwel. Ik denk dat hij niet wist wat zijn emoties zouden doen als hij live de pers te woord zou staan en er daarom voor koos het netjes op te schrijven, om vervolgens als een Houdini geruisloos de squashwereld te verlaten. 

 

Maar dan vooral de eenzaamheid waarmee het gepaard ging. Ik bedoel: we hebben het hier niet over een voetballer die voor het oog van de wereld wordt uitgezwaaid en zijn pensioen wordt ingedragen met miljoenen op de bank. Nee. We hebben het over een jongen die zijn hele leven in z’n eentje voor zijn sport heeft geleefd. Religieus twee keer per dag zes dagen per week zijn traininsschema’s heeft afgewerkt. In z’n eentje heeft afgezien. Alléén naar een depressief dorp in Engeland is verhuisd. In z’n uppie de wereld rond heeft gereisd. Enorme hoogtepunten heeft bereikt. Grote teleurstellingen heeft verwerkt. Een monster van een blessure is overkomen. Om vervolgens langzaam maar zeker weer omhoog te zijn gekrabbeld.

 

En dat alles om tenslotte,15 jaar later, zonder enig waardig publiekelijk afscheid te hebben gehad, diep in de nacht zijn laatste toernooi-hotel te verlaten, anoniem het vliegtuig in te stappen, in gezelschap van niemand anders door het raampje naar buiten te kijken en te denken: this was it…

 

Je moet begrijpen: er is gedurende een periode van ongeveer 25 jaar (de meesten zijn op hun vijfde al begonnen) een hele hoop passie en constante discipline nodig om zo goed te worden als sporter. Als er één beroep is die je identiteit als persoon kan overnemen, is het de topsport wel. De beslissing om te stoppen is voor vele sporters dan ook de moeilijkste beslissing van hun leven.

 

Nu ik dit opschrijf, realiseer ik me waarom de WK in het Luxor in Rotterdam voor mij zo’n onvergetelijke ervaring is geweest. Omdat er duizend man luidkeels voor me schreeuwden. Omdat ik op dat moment een individuele sporter was met een leger achter zich. Omdat ik me op dat moment absoluut niet alleen voelde. 

 

Ik wil jullie bedanken voor die geweldige Davis Cup sfeer en Tommy voor de gelegenheid mijn levenspassie met zoveel mensen te delen.

 

 

(donderdag 29 november, koeweit-amsterdam, 03:51)