Totaal onverdiend zit ik in het upper deck van de boeing die me door de nacht over de oceaan naar huis vliegt. Met een zacht gebrom verorbert mijn vliegmasjien in gestaag tempo de kilometers die naar Amsterdam leiden. Een vlucht is voor mij altijd een moment van reflectie. Het is per definitie het eind van een hoofdstuk en je vliegt met duizend kilometer per uur op een nieuw aan. De uren tussen beide hoofdstukken zit je totaal machteloos opgescheept met weinig anders dan je gedachtes.
De afgelopen vijf weken sluit ik met gemengde gevoelens af. Door een hardnekkige verkoudheid die ik in San Francisco opliep, heb ik me in de laatste twee toernooien niet van mijn beste kant kunnen laten zien. Alhoewel ik er alles aan deed om te herstellen, was ik tijdens de Netsuite Open en in Mexico gewoon niet fit. Daar baal ik enorm van. Zeker als je bedenkt dat de toernooi-kalender er voor de rest van het seizoen wat mager uit ziet. De crisis heeft ook de PSA-worldtour, enigszins met wat vertraging, in zijn kladden gegrepen waardoor een aantal grote toernooien zijn verdwenen.
Ik realiseerde me pas hoe onfit ik was geworden toen ik van Shorbagy verloor in Toluca. Zelfs als je in topvorm bent kan Shorbagy je het leven (benen en longen) zuur maken maar dat voelt nog vele malen erger als je na tien dagen kwakkelen met je gezondheid op 2680 meter hoogte ineens vol aan de bak moet. Dat moet je in gezonde staat al niet onderschatten. Shabana kon door omstandigheden pas één dag voor zijn eerste ronde in Mexico zijn terwijl het lichaam van zijn tegenstander Golan al een week lang rode bloedlichaampjes had aangemaakt. De prins van Cairo vond dan ook een snelle dood.
De omstandigheden in Toluca (zo’n 70km van Mexico-stad) waren zelfs voor de besten ter wereld heel erg lastig. De Mexicaanse glazen baan was uiterst onvoorspelbaar met gebrekkig licht in de achterste hoeken. De ijle lucht deed je naar zuurstof snakken. ‘s Avonds daalde de temperatuur naar zo’n 5 graden en met een beetje pech kon je na uren wachten pas om 23:00 uur de baan op. Je lichaam wil dan eigenlijk naar bed. En dat allemaal voor een menigte uitzinnige Mexicanen die de longen uit hun lijf schreeuwden. De sfeer was waanzinnig, maar de omstandigheden waren brutal.
Na mijn verlies keek ik naar de wedstrijden van mijn collega’s. Onder deze omstandigheden beschouwde ik mijn collega’s warriors die voor het oog van honderden schreeuwende Mexicanen in een glazen kooi fysiek het onderspit zouden delven. Hier squashen was niet leuk. Het was verschrikkelijk. Het had iets weg van een stierengevecht. Een gevecht waar onvermijdelijk een dood wordt gestorven ter leedvermaak van de toeschouwers.
Ik ben in 10 dagen nog nooit zoveel om foto’s en handtekeningen gevraagd als in Mexico. Het leek wel alsof zelfs de armste locals de tour op de voet volgden en ze wekelijks psasquashtv.com keken. Ze kenden je naam, je resultaten en video’s op youtube. Eenmaal in de privacy van het hotel, dachten we rustig te kunnen ontbijten tot een groepje jongens met uitgeprinte actiefoto’s handtekeningen kwam vragen. Of we ook op de foto wilden. Dat hadden we de avond ervoor al 100 keer gedaan. Fantastisch. De beleving van deze mensen, hun kijk op sport en de omgang met haar sterren was geweldig om mee te maken.
Teleurgesteld maar gemotiveerd vlieg ik van Mexico terug naar Nederland. Nederland, waar ze vragen hoeveel ik verdien en wanneer ik er mee op houd. En wat ik in godsnaam ná mijn squashcarriëre ga doen. Mexico, waar ze tot half één ‘s nachts buiten in de kou zitten te schreeuwen. Mexico, waar ze handtekeningen en foto’s willen. Mexico, waar ze het koud laat dat ik reeds een week geleden in de eerste ronde kansloos onderuit ben gegaan.
Un gran abrazo a todo Mexico. X